Tussentijdse benoemingen
Kandidaten voor de gemeenteraad worden gekozen voor een periode van 4 jaar. Het kan echter voorkomen dat iemand eerder wil stoppen. Er ontstaat dan een tussentijdse vacature.
Benoeming
Als er een tussentijdse vacature ontstaat, benoemt het centraal stembureau een ander gemeenteraadslid. De voorzitter benoemt de kandidaat die het hoogst staat op de lijst van de partij van het vertrekkende gemeenteraadslid. Hierbij geldt de lijstvolgorde zoals die na de verkiezing is vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met voorkeurstemmen.
Zie Kieswet art. W 1.
Overslaan van kandidaten
De enige redenen om iemand over te slaan bij een tussentijdse benoeming staan vermeld in Kieswet art. W 2. Het artikel bepaalt dat een kandidaat alleen in de volgende gevallen niet wordt benoemd:
Niet wordt benoemd degene:
a. die is overleden;
b. aan wie tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte;
c. van wie de vacature is;
d. die benoemd is verklaard, maar de benoeming niet aanneemt of de benoemingsstukken uit niet tijdig heeft ingediend, of door de gemeenteraad niet is toegelaten;
e. die al lid is van de gemeenteraad of al is benoemd maar nog niet officieel toegelaten, tenzij als tijdelijke vervanger. In het specifieke geval van tijdelijke vervanging komt de persoon wel in aanmerking voor benoeming;
f. die schriftelijk heeft verklaard niet benoemd te willen worden. Deze persoon moet hiervoor een W 2-verklaring invullen. De verklaring kan door de indiener op elk moment worden ingetrokken;
g. van wie ook de vacature moet worden ingevuld (bijvoorbeeld iemand die ontslag heeft genomen of niet meer voldoet aan de vereisten voor lidmaatschap; dit betreft dus een andere vacature dan die bedoeld onder c);
h. die eerder in de raadsperiode uit het raadslidmaatschap is gezet vanwege een verboden handeling.
Dit betekent dus dat bijvoorbeeld wethouders wel benoemd moeten worden. Als iemand wethouder wil blijven en niet benoemd wil worden tot raadslid, moet hij een W 2-verklaring invullen of bedanken voor de benoeming als raadslid.

Lijstuitputting
Als er bij een tussentijdse vacature niemand meer van de lijst kan worden benoemd, is de lijst uitgeput en blijft de zetel onbezet. De zetel gaat in dat geval dus niet naar een andere partij. Bij kleine gemeenteraden met een totale omvang van 9 of 11 leden wordt de zetel na lijstuitputting wel toebedeeld aan een andere partij.
Zie Kieswet art. W 4.
Benoeming en toelating
Als een kandidaat is benoemd, heeft hij of zij 28 dagen de tijd om te beslissen of hij of zij de benoeming aanneemt. Gaat het om een tijdelijke vacature wegens zwangerschap of ziekte, dan is de bedenktijd 10 dagen.
Na de benoeming door het centraal stembureau, onderzoekt de gemeenteraad of de kandidaat voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad en als lid kan worden toegelaten. Dat gebeurt in het geloofsbrievenonderzoek. Zie Kieswet art. X 6. Benoeming als lid betekent dus niet altijd dat de kandidaat lid wordt van de gemeenteraad. Het kan zijn dat iemand de benoeming niet aanneemt, of dat hij of zij niet voldoet aan de vereisten van het lidmaatschap. In dat geval wordt een nieuwe kandidaat benoemd.
Leden van de gemeenteraad blijven in functie totdat de gemeenteraad heeft besloten dat een opvolger kan worden toegelaten of het centraal stembureau heeft besloten dat de vacature niet kan worden ingevuld.