Zittingsduur Hoofdstuk C 1-5

Artikel C 1 Zittingsduur Tweede Kamerleden

Tweede Kamerleden worden gekozen voor 4 jaar. Zij treden tegelijk af op de woensdag op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 29 maart tot en met 4 april.

Officiële tekst Kieswet art. C 1

Meer informatie op deze website: 

Tweede Kamerverkiezing

Artikel C 2 Zittingsduur na ontbinding gekozen Tweede Kamer

Tweede Kamerleden die gekozen zijn bij een ontbindingsverkiezing, treden tegelijk af op de eerstvolgende woensdag in de periode 29 maart tot en met 4 april. Dit gebeurt 4 jaar nadat de verkiezingsuitslag bekend is gemaakt door het centraal stembureau.

Officiële tekst Kieswet art. C 2

Meer informatie op deze website: 

Tweede Kamerverkiezing

Artikel C 3 Zittingsduur Tweede Kamerleden bij meer verkiezingen in hetzelfde jaar

Als een Tweede Kamerverkiezing plaatsvindt in een jaar waarin ook verkiezingen van provinciale staten of gemeenteraad worden gehouden, dan treden de Tweede Kamerleden tegelijk af op de woensdag in de periode van 25 tot en met 31 mei.

Officiële tekst Kieswet art. C 3

Meer informatie op deze website: 

Tweede Kamerverkiezing

Artikel C 4 Zittingsduur leden provinciale staten, waterschappen en gemeenteraden

De leden van provinciale staten, waterschappen en gemeenteraden worden gekozen voor 4 jaar. Zij treden tegelijk af met ingang van de woensdag in de periode van 29 maart tot en met 4 april.

Officiële tekst Kieswet art. C 4

Meer informatie op deze website: 

Provinciale statenverkiezingen

Artikel C 5 Zittingsduur tussentijds benoemde leden

Een tussentijds benoemd lid treedt af op hetzelfde moment als waarop degene in wiens plaats hij is benoemd zou aftreden.

Officiële tekst Kieswet art. C 5

Meer informatie op deze website: 

Gemeenteraadsverkiezingen, Tussentijdse benoemingen

Europees Parlementsverkiezingen, Tussentijdse benoemingen