Zetelverdeling over kandidaten

Na de verdeling van zetels over de partijen stelt het centraal stembureau vast welke kandidaten zijn gekozen. Zetels worden in eerste instantie toegekend aan kandidaten die met voldoende voorkeurstemmen zijn gekozen. Als er dan nog meer zetels te verdelen zijn, is de volgorde op een lijst bepalend.

Beeld: ©Teun Berserik

Om te bepalen of kandidaten met voorkeurstemmen zijn gekozen, worden alle stemmen die de kandidaat heeft gehaald (in alle kieskringen binnen die provincie) bij elkaar opgeteld. Een kandidaat kan op basis van het aantal behaalde voorkeurstemmen een hoger geplaatste kandidaat passeren, op voorwaarde dat hij of zij de voorkeurdrempel heeft gehaald.

Zie Kieswet art. P 15.

Voorkeurdrempel

De voorkeurdrempel voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is 25% van de kiesdeler.

Voorbeeld: kandidaat nr. 5 met 100.000 stemmen passeert kandidaat 1 met 75.000 stemmen. Als er maar één zetel te verdelen is, gaat de zetel naar nummer 5. In dat geval moet kandidaat nr. 5 wel de voorkeurdrempel hebben gehaald.

Meervoudig gekozen kandidaten

Als een kandidaat op meerdere lijsten van een partij (in verschillende kieskringen) is gekozen, geldt hij als gekozen op de lijst waarop het grootste aantal stemmen op hem of haar is uitgebracht. Voorwaarde is dat aan die kandidatenlijst voldoende zetels zijn toegekend.

Zie Kieswet art. P 15P 19.