Zetelverdeling over partijen

Het gemeentelijk centraal stembureau verdeelt de zetels en restzetels over de partijen. Dat gebeurt op basis van de uitgebrachte geldige stemmen. Blanco en ongeldige stemmen doen hierin dus niet mee. Eerst berekent het centraal stembureau de kiesdeler, door het totale aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door het aantal raadszetels. Het aantal 'volle' zetels dat een partij krijgt, is gelijk aan het aantal keren dat de kiesdeler is gehaald. Daarna kan een partij nog restzetels krijgen.

Zetelverdeling ('volle zetels')

Hieronder wordt stapsgewijs uitgelegd hoe het centraal stembureau de volle zetels verdeelt.

  1. Het centraal stembureau berekent de stemtotalen van alle deelnemende partijen, voor de partijen (lijsten) en voor de kandidaten.
  2. Het centraal stembureau berekent de kiesdeler. Dat gebeurt door het totaal aantal geldige stemmen te delen door het aantal raadszetels. Het resultaat van deze deling wordt de kiesdeler genoemd.
  3. Het centraal stembureau berekent hoe vaak de partijen de kiesdeler hebben gehaald. Het resultaat van deze deling bepaalt het aantal volle zetels dat partijen krijgen.
  4. Het centraal stembureau berekent hoeveel zetels er nog over zijn na de verdeling van de ‘volle zetels’. Dit worden restzetels genoemd.

Restzetels

Het centraal stembureau berekent welke partijen restzetels krijgen. In grote gemeenten met 19 of meer raadszetels worden restzetels verdeeld volgens het 'systeem van de grootste gemiddelden'. In kleine gemeenten met minder dan 19 raadszetels worden ze verdeeld volgens het 'systeem van de grootste overschotten' (bij gemeenten).

Bijzondere situaties: volstrekte meerderheid en lijstuitputting

Heeft een partij meer dan de helft van alle stemmen (dus een 'volstrekte meerderheid') maar niet meer dan de helft van de zetels? Dan krijgt deze een (rest)zetel extra. Zie Kieswet art. P 9.  

Heeft een partij bij de uitslagvaststelling niet voldoende kandidaten beschikbaar om de zetels te bezetten? Dan gaan deze 'overtollige' zetels naar andere partijen. Zie Kieswet art. P 10 en art. P 13.