Stemwaarde

Bij het kiezen van de leden van de Eerste Kamer heeft niet elk Statenlid en elk kiescollegelid een even zware stem. Dat ligt ook niet voor de hand, want de provincies en de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben verschillende inwonertallen. Daarom is het gewicht van de stem, de zogenaamde stemwaarde, afhankelijk van het inwonertal van de provincie/het eiland. De inwonertallen voor het berekenen van de stemwaarden zijn die van 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt het aantal inwoners van de provincies begin april vast.

Beeld: ©Paul de Kler

Het inwonertal wordt gedeeld door het honderdvoud van het aantal Statenleden van de provincie. Zo is bij de verkiezing voor de Eerste Kamer in 2019 de stemwaarde van een statenlid in Zuid-Holland (bij een inwonertal van 3.674.146) 668, terwijl een Statenlid in Drenthe (bij een inwonertal van 492.179) een stemwaarde van 120 heeft.

Voor de stemwaarde van kiescollegeleden wordt ook een berekening gedaan. Voor iedere verkiezing van de Eerste Kamer maakt de Kiesraad de stemwaarden per provincie en per kiescollege bekend.

Zie Kieswet art. U 2.

Stemwaarden Eerste Kamerverkiezing 2019

Stemwaarden Eerste kamerverkiezing 2019
Provincie Inwonersaantal Aantal statenleden Stemwaarde
Groningen    584.094 43 136
Fryslân    647.740 43 151
Drenthe    492.179 41 120
Overijssel 1.156.373 47 246
Flevoland    416.431 41 102
Gelderland 2.071.913 55 377
Utrecht 1.342.194 49 274
Noord-Holland 2.853.488 55 519
Zuid-Holland 3.674.146 55 668
Zeeland    383.073 39 98
Noord-Brabant 2.544.995 55 463
Limburg 1.116.127 47 237
Bonaire       20.104   9 22
Sint Eustatius         3.138   5 6
Saba         1.915   5 4
Totaal 17.307.910 589