Vervanging bij zwangerschap en ziekte

Eerste Kamerleden kunnen bij zwangerschap en bevalling of langdurige ziekte tijdelijk ontslag nemen. In dat geval is tijdelijke vervanging mogelijk.

Beeld: Eric Maas Mediatheek Rijksoverheid

Het tijdelijk ontslag geldt voor een periode van 16 weken. Het is mogelijk om voor een langere periode ontslag te nemen, maar dan steeds voor een nieuwe periode van 16 weken. Binnen één zittingsperiode kan een lid maximaal drie keer tijdelijk ontslag vragen. Het is op elk gewenst moment mogelijk om tijdelijk ontslag te nemen, ook als de zittingstermijn bijna eindigt en korter duurt dan 16 weken. Wel is tijdelijk ontslag aan voorwaarden gebonden.

Procedure vervanging zwangerschap en ziekte

Een lid dat tijdelijk vervangen wil worden, legt dit schriftelijk verzoek neer bij de voorzitter van de Eerste Kamer. Nadat het tijdelijk ontslag is toegekend, licht de voorzitter direct de voorzitter van de Kiesraad (het centraal stembureau) in. De voorzitter van het centraal stembureau benoemt uiterlijk na veertien dagen een vervanger voor de plaats die tijdelijk is opengevallen.

Zie Kieswet hoofdstuk V en hoofdstuk W, art. X 10, art. X 11 en art. X 12.

Geloofsbrievenonderzoek

Voordat een vervanger als lid kan worden toegelaten moet eerst een geloofsbrievenonderzoek plaatsvinden. Let op: als deze vervanger na zestien weken nog een periode van vervanging waarneemt, vindt de benoemingsprocedure opnieuw plaats. Dit omdat de benoeming na zestien weken van rechtswege eindigt. Als het oorspronkelijke lid na zestien weken terugkeert, is een geloofsbrievenonderzoek niet meer nodig.