Advies versterking strafrechtelijke aanpak terrorisme

Rechters krijgen de mogelijkheid om het actief en/of passief kiesrecht te ontnemen als bijkomende straf voor degene die veroordeeld wordt voor welk soort terroristisch misdrijf dan ook. Nu is het ontnemen van kiesrecht slechts bij enkele terroristische misdrijven mogelijk. De Kiesraad adviseert positief over dit voornemen van de minister van Veiligheid en Justitie. Wel verzoekt de Raad om deze mogelijkheid ook te openen bij veroordeling voor de misdrijven genoemd in artikelen 121a, 123a en 124a uit het Wetboek van Strafrecht*.

Beeld: Vincent van den Hoogen Mediatheek Rijksoverheid

Ter onderbouwing van dit conceptwetsvoorstel wordt onder meer gewezen op het onderzoek naar de werking van strafbepalingen in het kiesrecht dat in opdracht van de Kiesraad in 2015 werd uitgevoerd. Ook wordt gewezen  op het advies dat de Raad op basis hiervan uitbracht aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Kiesraad benadrukt dat dit advies er vooral op gericht was de betrouwbaarheid en integriteit van het verkiezingsproces te bevorderen, door introductie van de mogelijkheid om actief en/of passief kiesrecht te ontnemen als bijkomende straf bij het plegen van kiesrechtgerelateerde delicten. Voorbeelden van kiesrechtdelicten zijn het omkopen van kiezers (artikel Z 4 van de Kieswet) en het ronselen van volmachten (artikel Z 8 van de Kieswet).

*In deze artikelen van het Wetboek van Strafrecht gaat het om degene die door geweld of bedreiging een vergadering van een commissie van de Eerste Kamer of Tweede Kamer, van provinciale staten of gemeenteraad uiteenjaagt of tot het nemen of niet nemen van een besluit dwingt of een lid uit die vergadering verwijdert of verhindert die bij te wonen.