Wat kan een stembureau doen bij aanwijzingen fraude met volmachtstemmen?
Als een stembureau aanwijzingen heeft dat er iets niet in orde is met een volmachtstem, moeten stembureauleden daarvan aantekening maken in het proces-verbaal. Een aanwijzing kan bijvoorbeeld zijn dat het handschrift van de volmachtgever (of diens handtekening) wel heel erg lijkt op dat van de gemachtigde, of dat hetzelfde handschrift (of dezelfde handtekening) voorkomt op meerdere stempassen.
In zo'n geval kunnen stembureauleden vragen naar het contact tussen de gemachtigde en de volmachtgever. Benadrukt moet overigens worden dat, zelfs als er geen enkel contact is geweest tussen de volmachtgever en de gemachtigde, dit volgens de Kieswet geen reden is de volmacht te weigeren.
Controle volmachtbewijs
Het stembureau beperkt zich tot de vraag of het volmachtbewijs correct is ingevuld. De enige reden voor het stembureau om een volmachtbewijs te weigeren, is als het volmachtbewijs niet volledig is ingevuld en/of dit alsnog in het stemlokaal gebeurt. Als op de achterzijde van de stempas slechts de handtekening is geplaatst van de volmachtgever en niet de gegevens van de gemachtigde, is de volmacht ongeldig. Alle gegevens moeten zijn ingevuld.
Onderzoek Openbaar Ministerie
Als het aantal volmachtstemmen in een gemeente in grote mate uitstijgt boven het gemiddelde percentage – dat in de regel schommelt tussen de 8 en 12% – en er zijn andere onregelmatigheden gemeld, dan kan het centraal stembureau het Openbaar Ministerie vragen een nader onderzoek naar mogelijk ronselen van volmachtstemmen te gaan doen. Ook de processen-verbaal van de stembureaus kunnen hiervoor aanleiding zijn. Mede hierom is het van belang dat het stembureau dergelijke onregelmatigheden in het proces-verbaal beschrijft. De betreffende stempassen/volmachtbewijzen kunnen voor een strafrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie worden overgedragen aan de Officier van Justitie. Zie Kieswet art. Na 37 en art. Na 38.