Wat als iemand die is benoemd als lid van een vertegenwoordigend orgaan tussentijds niet meer voldoet aan de eisen voor het lidmaatschap?

Het lidmaatschap van een benoemde wordt voortijdig beëindigd als hij niet meer voldoet aan de eisen voor het lidmaatschap van het *vertegenwoordigend orgaan. Of als hij een nieuwe baan heeft die onverenigbaar is met het lidmaatschap. De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan informeert de voorzitter van het centraal stembureau hierover.

Een lid moet het in principe zelf melden aan de voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan als hij niet meer voldoet aan de lidmaatschapseisen of als hij een onverenigbare baan heeft. De Kieswet bevat ook een regeling voor het geval het lid niet uit zichzelf ontslag neemt. Als de voorzitter van het orgaan van oordeel is dat een lid niet meer aan alle vereisten voldoet of een met het lidmaatschap onverenigbare baan heeft, waarschuwt hij het lid schriftelijk. Het lid kan vervolgens de zaak voorleggen aan het orgaan, uiterlijk 8 dagen na dagtekening van de schriftelijke waarschuwing. Wanneer het orgaan het oordeel van haar voorzitter volgt en geen beroep meer mogelijk is tegen dit besluit, houdt hij op lid te zijn. Het centraal stembureau benoemt vervolgens een opvolger.

Zie Kieswet art. X 1 en art. X 3. ( Provinciale staten: art. X 4 in plaats van X 3) (Waterschappen: art X 4a in plaats van X 3) (Gemeenteraad: art. X 5 in plaats van X 3)

* de volksvertegenwoordigende organen waarvoor in Nederland verkiezingen worden gehouden, zijn: de Tweede Kamer, Eerste Kamer, provinciale staten, gemeenteraad, het algemeen bestuur van een waterschap en het Europees Parlement.