Vertrouwen in eerlijke verkiezingen – een verkenning van de publieke opinie

Een kleine tachtig procent van de kiezers vond de afgelopen Kamerverkiezingen eerlijk verlopen, tien procent vond ze oneerlijk, en nog eens tien procent zat ertussenin. Als je die tachtig procent vergelijkt met landen om ons heen, is dat hoog: samen met bijvoorbeeld de Scandinavische landen behoort Nederland tot de topgroep. Dat staat in het onderzoek “Vertrouwen in eerlijke verkiezingen – een verkenning van de publieke opinie”. De Kiesraad vroeg onderzoekers van de Radboud Universiteit een beeld te schetsen van het vertrouwen in het verkiezingsproces aan de hand van recente edities van dat Nationaal Kiezersonderzoek, en van internationaal vergelijkend opinieonderzoek.

Niet vanzelfsprekend

De onderzoekers laten ook zien dat het vertrouwen in eerlijke verkiezingen licht is gedaald: in 2017 vond nog 86 procent dat de verkiezingen eerlijk waren verlopen. Dit vertrouwen is dus geen vanzelfsprekendheid. Daarom is het belangrijk om te achterhalen waarom sommigen het verkiezingsproces juist níet vertrouwen. Van de mensen die vonden dat de verkiezingen niet eerlijk waren verlopen, kon bijna een kwart zich gewoon niet voorstellen dat deze uitslag kon kloppen: zij kenden bijvoorbeeld niemand die op de VVD of op een linkse partij had gestemd. Eén op de vijf wantrouwige kiezers noemde het briefstemmen als reden. En bijna evenveel kiezers denken dat er geknoeid is in de stembureaus. Voor een belangrijk deel zijn dit misverstanden. De onderzoekers adviseren daarom flink in te zetten op voorlichting en het tegengaan van nepnieuws. Dit moet zeker gebeuren, maar is nog niet zo gemakkelijk. Het onderzoek laat ook zien dat het wantrouwen samenhangt met het gebruik van sociale media.

Het onderzoek toont verder aan dat er in het algemeen een heel sterk verband is tussen het vertrouwen in eerlijke verkiezingen en de werkelijke gang van zaken. Dat zoveel kiezers hun wantrouwen motiveerden met een verwijzing naar het wel of niet meetellen van briefstemmen die in de verkeerde envelop waren gestopt, is daar een voorbeeld van.

Investeren in verkiezingsproces

We moeten dus blijven investeren in een zorgvuldig en betrouwbaar verkiezingsproces. Voor een deel gebeurt dit nu al: de uitslagen van individuele stembureaus worden sinds enkele verkiezingen ook op internet openbaar gemaakt zodat ook dat deel van het proces op een laagdrempeliger manier transparant is en de aanbesteding loopt voor toekomstbestendige verkiezingsprogrammatuur waarmee de uitslagen van verschillende stembureaus kunnen worden opgeteld. Bovendien bestaan er concrete voornemens voor verdere verbetering. Denk aan een nieuwe bevoegdheid van het Centraal Stembureau om een afwijkende of opvallende uitslag in een stembureau nog eens te laten controleren, of aan experimenten met een nieuw model stembiljet dat het mogelijk moet maken om, hopelijk op niet al te lange termijn, de stembiljetten te scannen en elektronisch te tellen.

Adviezen Kiesraad

Er is nog meer mogelijk. Het onderzoeksrapport onderstreept het belang van adviezen die de Kiesraad heeft uitgebracht, bijvoorbeeld over het verder terugbrengen van het aantal volmachtstemmen dat een kiezer mag uitbrengen: kiezers blijken veel minder vertrouwen te hebben in volmachtstemmen – en in briefstemmen – dan in stemmen in het stemhokje. Verder adviseerde de Kiesraad onlangs om in plaats van de Tweede Kamer of gemeenteraad een onafhankelijke instantie de uitslag definitief te laten vaststellen.

De Kiesraad ontwikkelt zich de komende jaren tot Verkiezingsautoriteit. Dat betekent dat de raad meer bevoegdheden krijgt en beter kan sturen op de kwaliteit van het verkiezingsproces. De Kiesraad zal zich daar, samen met gemeenten, volop voor gaan inzetten.