Wilsonbekwamen mogen stemmen

Op 27 juni 2008 is een wijziging van de Grondwet doorgevoerd. Ook personen die onder curatele zijn gesteld wegens 'wilsonbekwaamheid' mogen voortaan stemmen. Eerder waren 'wilsonbekwamen' uitgesloten van kiesrecht.

Beeld: Kiesraad

Voordat de grondwetswijziging kan werken, moet eerst nog de Kieswet worden gewijzigd. Staatssecretaris Bijleveld vanĀ  Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) streeft ernaar dit voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 geregeld te hebben.


'Wet Martijn'
Aanleiding van de grondwetswijziging was een uitspraak van de Raad van State. Deze stelde dat het categoraal uitsluiten van het kiesrecht van mensen die onder curatele staan in strijd kan zijn met het Internationaal Verdrag Burgerlijke en Politieke Rechten. Deze uitspraak werd indertijd uitgelokt door Martijn Greuter, een jongen die zelf onder curatele stond. De wetswijziging werd daarom in de politieke wandelgangen ook wel de 'wet Martijn' genoemd.
Toenmalig minister van Remkes van BZK onderstreepte dat het voorstel niet alleen was ingegeven door de uitspraak van de Raad van State: 'De regering is ervan overtuigd dat het goed is dat mensen zoals Martijn kunnen deelnemen aan verkiezingen. Het streven is erop gericht, dat personen met een geestelijke beperking zoveel mogelijk doen wat ze in redelijkheid kunnen. Kern van ondercuratelestelling is het in bescherming nemen van mensen, niet het ontnemen van rechten'.


Advies Kiesraad
De Kiesraad verzorgde in 2004, op verzoek van toenmalig minister van BZK De Graaf, een advies over de grondwettelijke uitsluiting kiesrecht curandi. Hierin stelde de Kiesraad dat 'de algemene kiesrechtuitsluiting van curandi niet langer te handhaven is. De algemene tendens is dat juist gestimuleerd wordt dat een curandus, als deze tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat kan worden geacht, zoveel mogelijk zelf rechtshandelingen en andere handelingen verricht. 'Bovendien, zo werd gesteld, 'is het ongerijmd personen die onder curatele zijn gesteld wegens een geestelijke stoornis het kiesrecht te ontzeggen, en overige personen die een vergelijkbare geestelijke gesteldheid bezitten, niet'.