Hoe kan er een verschil zijn tussen het aantal kiezers in een stembureau en het aantal stembiljetten in de stembus?

Idealiter moet het aantal kiezers en het aantal stembiljetten gelijk aan elkaar zijn, maar in de praktijk is dat niet altijd het geval.

Mogelijke verklaringen voor het verschil in aantal kiezers en het aantal stembiljetten in de stembus zijn:

  1. Het kan voorkomen dat een kiezer zich bij het stembureau meldt met 2 volmachten, maar als hij niet ook een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de volmachtgever bij zich heeft, mag hij die volmachtstemmen niet uitbrengen. De kans bestaat dan dat die kiezer die volmachtbewijzen achterlaat bij het stembureau en als die dan vervolgens worden meegeteld heb je al een verschil van 2.
  2. Een andere verklaring kan zijn dat een kiezer wel een stembiljet krijgt, maar dat niet in de bus stopt en er mee wegwandelt.
  3. In de derde plaats komt het met name in de grote steden nogal eens voor dat op één en dezelfde locatie 2 stembureaus zijn gevestigd met ieder hun eigen bus of bussen. Als een kiezer bij het ene stembureau zijn stempas inlevert en misschien ook een volmachtbewijs en van dat stembureau ook de stembiljetten ontvangt, maar die vervolgens in de stembus van het andere stembureau deponeert, dan heb je ook verschillen. Het ene stembureau heeft dan kiezers te veel en stembiljetten te weinig en het andere net het omgekeerde.
  4. In de vierde plaats kan sprake zijn van een verschrijving bij het invullen van het proces-verbaal of kunnen er verkeerde gegevens zijn overgenomen in het computerprogramma dat gemeenten gebruiken bij het vaststellen van de uitslag.
  5. Tot slot kan het natuurlijk ook zo zijn dat de stembiljetten en de stempassen niet goed zijn geteld. Tellen blijft mensenwerk.

Wanneer er stemverschillen zijn, is het aan het stembureau om - voor zover mogelijk - daarvoor een verklaring te noteren in het proces-verbaal dat na afloop van de stemming wordt opgesteld. Vervolgens is het aan het centraal stembureau en aan het vertegenwoordigend orgaan om een oordeel te vellen over de genoteerde verschillen en verklaringen. Ook oordelen zij over de eventuele gevolgen daarvan, bijvoorbeeld een hertelling of herstemming.