Rood potlood en elektronisch stemmen

Sinds 2009 wordt in Nederland met een rood potlood en papier gestemd, na ruim 30 jaar met een stemmachine gestemd te hebben. In opdracht van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Commissie-Van Beek in 2013 onderzocht of en hoe er (opnieuw) elektronisch gestemd kan worden. De Commissie-Van Beek concludeerde in zijn rapport dat de tijd rijp is om weer elektronische apparatuur te gebruiken bij het stem- en telproces.

Van circa 1970 tot 2007 werd in ons land met behulp van een stemmachine gestemd. Het gebruik van de stemmachine was niet verplicht. Een beperkt aantal gemeenten bleef op papier stemmen. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezing in 2006 kwam echter een discussie op gang over stemmachines c.q. stemcomputers. Het stemgeheim kon met stemmachines niet voldoende worden gewaarborgd. Ook was de betrouwbaarheid en transparantie van de telling van stemmen in het geding.

Commissie-Hermans/Van Twist en Commissie-Korthals Altes

De discussie over stemmachines was voor de toenmalige minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties in 2006 aanleiding om 2 onafhankelijke commissies te installeren. De Commissie-Hermans/Van Twist is nagegaan hoe het zo ver kon komen dat het vertrouwen in de gebruikte stemmachines aangetast was. De tweede commissie, Commissie-Korthals Altes, heeft geadviseerd hoe het verkiezingsproces in de toekomst moet worden ingericht en welke waarborgen daarvoor gelden. De Commissie-Korthals Altes concludeerde dat ‘het stemmen met papieren stembiljetten in een stemlokaal bezien vanuit de transparantie en de controleerbaarheid’ de voorkeur heeft. Sinds de Europees Parlementsverkiezingen in 2009 stemt men in Nederland daarom alleen met (rood) potlood en papier.

Commissie-Van Beek: stemprinter en stemmenteller

Gezien alle technische ontwikkelingen sinds de Commissie-Korthals Altes stelde minister Plasterk van BZK in 2013 de Commissie-Van Beek in. Deze Commissie werd gevraagd opnieuw de waarborgen voor het verkiezingsproces te toetsen en daarbij de mogelijkheden voor gebruik van elektronisch apparatuur te onderzoeken. In zijn rapport woog de Commissie voor- en nadelen van 4 modellen voor het stem- en telproces tegen elkaar af. De Commissie adviseerde om gebruik te gaan maken van een stemprinter en stemmenteller. Kiezers kunnen dan op een stemprinter een keuze uit de partijen en kandidaten maken. Het stembiljet met hun keuze printen zij zelf uit. De kiezer stopt het stembiljet daarna in de stembus. Na afloop van de stemming worden alle stembiljetten elektronisch geteld met scanapparatuur.

Reacties op rapport Commissie-Van Beek

In reactie op het rapport van Commissie-Van Beek heeft de Kiesraad aangegeven dat het door de Commissie voorgestelde stemsysteem – stemprinter en –teller – eveneens de voorkeur van de Raad heeft. Wel benadrukte de Raad dat aan alle varianten van stemmen en tellen risico’s zijn verbonden. Er moet dan ook niet alleen een afweging worden gemaakt tussen de voor- en nadelen van een stemsysteem, maar ook moet de aanvaardbaarheid van restrisico’s worden beoordeeld. Hierbij moet volgens de Raad ook een vergelijking worden gemaakt met de risico’s van het bestaande systeem.

Ook het kabinet heeft aangegeven voordelen te zien in de invoering van het stemmen met een stemmenprinter en het tellen van de stemmen met scanapparatuur. Vragen die nog onderzocht moeten worden volgens het kabinet: vergroot het daadwerkelijk de toegankelijkheid van het stemproces voor kiezers met een visuele beperking, zijn er mogelijkheden voor strafbaarstelling van het afluisteren van ‘compromitterende straling’ en welke controles op de juistheid van elektronisch tellen zijn nodig? Ook is het nog heel onzeker hoeveel de invoering van deze vorm van stemmen en tellen van stemmen kost.

Deskundigengroep

Om de onzekerheden weg te nemen en de complexiteit te verminderen, en om een betere kosteninschatting te maken, heeft minister Plasterk in mei 2015 een Deskundigengroep Elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal opgericht. Deze experts kregen als taak specificaties op te stellen voor de apparatuur waarmee elektronisch gestemd en geteld kan worden. Ook is aan de Deskundigengroep gevraagd te onderzoeken of een breed draagvlak voor de specificaties bestaat.

De Deskundigengroep heeft in mei 2016 de minister geadviseerd te opteren voor invoering van de stemmenteller. Ze zijn terughoudend waar het de invoering van een stemprinter betreft: ‘De stemprinter is een veel complexer systeem waar meer risico’s aan kleven.’ De invoering van de stemmenteller vergt een nieuw stembiljet dat geschikt is om elektronisch geteld te worden, volgens de Deskundigengroep. In de rapportage van de Deskundigengroep staan tevens aanbevelingen op punten als beveiliging van stemprinter en stemmenteller, het activeren van de stemprinter door de kiezer, de steekproefsgewijze controle van elektronisch getelde stembiljetten, alsook keuzen omtrent opslag, beheer en onderhoud.

Marktuitvraag

Plasterk kondigde in een Kamerbrief aan dat hij op basis van de specificaties voor een stemprinter en stemmenteller door de Deskundigengroep een uitvraag van de markt zou laten doen. Hieruit moest blijken of de marktproducten op basis van de genoemde specificaties gerealiseerd kunnen worden. Ook moest uit de marktuitvraag blijken wat het tijdspad van de ontwikkeling is en met welke kosten de ontwikkeling gemoeid gaat. Uit het rapport over de marktuitvraag is onder andere gebleken dat de investeringskosten voor de stemprinter en stemmenteller tussen de  € 260 en € 365 miljoen worden geschat. Dat is een hoger bedrag dan door de Commissie-Van Beek geraamd in het advies van december 2013. De Commissie-Van Beek raamde toen de investeringskosten tussen de € 150 en € 250 miljoen. De besluitvorming over de haalbaarheid van de invoering van de stemprinter en de stemmenteller wordt aangehouden.